Clubweekend Beekbergen 1998:

Vrijdag 24 april was het weer zover: de crème de la crème van AKN had zich, 27 man sterk voor 8 uur verzameld bij Huis ten Halve voor de jaarlijkse clubuitstap. Buiten was het vrij koud, maar iedereen kreeg eerst nog een bakje warmte voor onderweg. Ook Jan Poppelaars kon er dit jaar rustig de tijd voor nemen!

Net buiten Roosendaal reed ons luid toeterend een automobilist voorbij, die ons bij de volgende bocht op stond te wachten. De fietspompen werden al tevoorschijn gehaald, maar het bleek onze sponsor Dim van Krimpen te zijn, die ons uit kwam zwaaien. In Rucphen bleek Jos Bruijns ook bij de gelukkigen te willen horen die mee konden naar Beekbergen en in Sprundel stond zowaar Theo ons ook al op te wachten.

Tot Breda ging alles goed, maar toen kwam Jan van Noort ten val en sleurde Jan van Loon mee. Het bleef gelukkig bij wat geschaafde kleding en een kapotte spaak, die bij de volgende rust door Thijs al kon worden vervangen. Hiermee hadden we het meteen gehad voor het hele weekend, want verder deden zich geen ongelukjes meer voor. Wel waren er opvallend veel lekke banden deze eerste dag: 10 in totaal. Deze pechvogels werden door Jan Poppelaars snel van een nieuw wiel voorzien en door o.a. Willem en Thijs snel bij de groep teruggebracht. Alleen toen de penningmeester lek reed ging er een siddering door het peloton. Onmiddellijk werd in de remmen geknepen en gewacht¼ Na de pont lieten we de Grebbeberg letterlijk en figuurlijk links liggen en na een bosrust bij Ede volgde de slotsprint Hoenderloo – Beekbergen. Jan Buijk vond namelijk dat we toch wel een béétje vermoeid aan moesten komen bij het hotel.

Hotel "De Zwaan" bleek keurige kamers te hebben, van alle gemakken voorzien, en een superdeluxe (?) dependance waar de organisatie verbleef. Het eten was voortreffelijk en een wandeling door Beekbergen was dan ook geen overbodige luxe om de spijsvertering te bevorderen. In bar "De heksenketel" bleek de plaatselijke jeugd bezig aan de warming-up voor een concert van Rowwen Hèze. Wij hadden voor die dag geen warming-up meer nodig, maar een cooling-down leek ons ook niet gek. Het was maar goed dat we geen sleutel van het hotel meegenomen hadden, anders waren we er vast en zeker tot in de heel kleine uurtjes gebleven.

Goed uitgeslapen meldde iedereen zich de volgende morgen voor het ontbijt met gekookt eitje. Pierre bood Cees van Sluijs nog vriendelijk aan om zijn rugtasje even te gaan halen op de kamer, maar dat vond Kees niet nodig! Daarna werden de fietsen opgezocht. Vanuit de start ging het even vol gas, om iedereen wakker te maken. Er stond die dag een prachtige rit op het programma door de Hoge Veluwe, langs de IJssel en langs de heidevelden. De lunchpakketjes van het hotel konden echter in de auto blijven, want in het plaatsje De Vecht kregen we een heerlijk middagmaal aangeboden. Drie soorten soep vooraf, zoveel je maar wilde en daarna nog een koude schotel, kortom heerlijk! Helemaal droog hielden we het niet, want de laatste anderhalf uur reden we in de regen.

De douche en het bed waren daarna extra lekker. Heerlijk liggend konden we toen de finale van de Amstel Gold Race bekijken, al hebben sommigen stukjes van de wedstrijd gemist omdat de oogjes even dichtvielen! Het avondeten smaakte wederom voortreffelijk. ‘s Avonds was het natuurlijk weer een "Heksenketel". Na een "Boswandeling" bleek Toontje de polonaise achter de bar langs te kunnen voeren en nog jarenlang in de mijnen bij Liverpool gewerkt te hebben! Bij terugkomst in het hotel bestelde Marco nog 10 porties bitterballen, die echter vlotjes opgingen.

De volgende dag was het alweer tijd voor de terugtocht, waarbij we over de Amerongse Berg kwamen. John Suykerbuyk had deze eerste etappe vreselijk veel moeite om het tempo te volgen, het was net of zijn fiets niet vooruit maar achteruit wilde. In Maurik bleek het euvel snel verholpen: hij had zijn broek achterstevoren aan! Daarna kwam, naar mijn mening, het mooiste stuk van dit weekend: door de Betuwe langs de Linge, met zijn prachtige hoogstamfruitbomen in volle bloei, het vestingstadje Buren, Buurmalsen en Geldermalsen. Fantastisch mooi. Natuurlijk stond in Etten (of was het nou in Leur ?) Dimphy ons al op te wachten, om ons de laatste kilometers te vergezellen naar Huis ten Halve. Daar werden we om 10 voor 6 met applaus binnengehaald.

Binnen werd door alle aanwezigen terecht nog geproost op de fantastische organisatie van Jan Buijk, Jan Poppelaars en Willy van Toren. Rest nog één vraag: Hoe kun je dit volgend jaar nog verbeteren? Volgens mij onmogelijk!